Aandacht voor welzijn medewerkers groeit
De coronapandemie: thuiswerken, terug naar kantoor, meer of minder m2… Maar hoe staat het ervoor met het welzijn van de medewerker? Onderzoek van Universiteit Maastricht en Universiteit Utrecht laat zien dat een meerderheid van de werkgevers meer aandacht heeft besteed aan het welzijn van werknemers tijdens de pandemie. Smart WorkPlace gaat in op de resultaten.
Het onderzoek is uitgevoerd aan de hand van het begrip ‘agape’: een begrip uit de Griekse oudheid dat je in het kader van organisaties het best kunt verwoorden als ‘toewijding aan het welzijn van anderen, gezien vanuit de ogen van de ander’. Uit het onderzoek blijkt dat agape het sterkst wordt beïnvloed door twee factoren. Eén daarvan is een bedrijfscultuur die gezondheid en welzijn bevordert. Een goede relatie tussen management en OR is de tweede factor.
In toekomst nog meer aandacht voor welzijn werknemers
Volgens onderzoeksleider professor Harry Hummels, hoogleraar aan de School of Business and Economics van Maastricht University en hoogleraar Social Entrepeneurship aan de Universiteit Utrecht, zijn Nederlandse ondernemingen betrokken bij het welzijn van hun werknemers. Werkgevers geven het welzijn van werknemers een 8 op een schaal van 1 tot 10. Tijdens de coronapandemie besteedde het grootste deel van hen meer aandacht aan het welzijn van de werknemers. En hoe ziet het toekomstbeeld eruit? Bijna de helft (43%) van de respondenten verwacht zich nog meer in te zetten voor het welzijn van zijn medewerkers.
Positieve invloed op bedrijf
Aandacht voor het welzijn van werknemers heeft een positieve invloed op het bedrijf. Zo is er een verband met een lager ziekteverzuim en een lager verloop. Ook zien werkgevers een hogere arbeidstevredenheid en sterkere betrokkenheid van werknemers bij het bedrijf. Verder is er een correlatie met een sterke financiële positie van het bedrijf en een hogere productiviteit.
Lees het onderzoek
De onderzoeksresultaten zijn te lezen in het rapport ‘Agape: de mens als motor van de onderneming’. Voor het onderzoek zijn 3400 Nederlandse, commerciële bedrijven met meer dan 100 werknemers ondervraagd.